Detecteren en alarmeren, dat is wat een alarmsysteem doet. Er wordt vaak gedacht dat een alarmsysteem en huisdieren niet samen gaan. Ten onrechte, want er zijn voldoende mogelijkheden om een alarmsysteem te gebruiken terwijl een huisdier gewoon aanwezig is.
Men denkt dat een huisdier het alarmsysteem kan activeren en daarmee de bewoners, beveiliging of zelfs de politie alarmeert. En dat is inderdaad mogelijk, maar alleen als er bij de installatie en/of het gebruik van het alarmsysteem geen rekening met een huisdier word gehouden.
Zowel katten als honden kunnen lekker lui in huis rondhangen en lijken nauwelijks van hun plaats te komen. Maar als de baas van huis is……. De hond spring lekker op de bank en de kat besluit het aanrecht eens goed te onderzoek. De bewegingssensor pikt dit op en geeft een alarm. Door de sirene in huis wordt het huisdier nerveus en gaat als een dolle rennen wat kan resulteren in nog meer meldingen, waarna een meldkamer vaak de politie zal informeren. Het lijkt dan te gaan op een echte inbraak, vanwege de meerdere sensoren die alarm hebben gegeven.
Onwenselijk natuurlijk, want je wilt alleen een alarm ontvangen als er daadwerkelijk iets niet in de haak is en niet omdat de kat besluit op de keukentafel te springen.
Rekening houden met alarmsysteem en huisdieren
Er zijn verschillende manieren waarop je rekening kan houden met huisdieren bij het gebruik van een alarmsysteem.
Zo kan je bij de installatie kiezen voor bewegingsmelders die niet reageren op huisdieren. Huisdieren kunnen vrij rondlopen als het alarmsysteem aan staat er gaat pas af bij de detectie van personen. Op deze manier heb je de beste beveiliging en kunnen de huisdieren vrij rondlopen.
Je kan er ook voor kiezen om bewegingsmelders iets omhoog te richten, waardoor huisdieren niet worden gedetecteerd. Bewegingsdetectoren hebben bepaalde beeldhoek waarin zijn beweging kunnen detecteren. Hierdoor kun je ze dus ook zo richten dat huisdieren niet worden gedetecteerd. Deze oplossing zien we vaak wanneer er al een alarmsysteem is geïnstalleerd en men geen nieuwe diervriendelijke detectoren wil installeren. Het nadeel aan deze oplossing is dat een inbreker mogelijk wel over de vloer kruipend door de woning kan bewegen zonder detectie en een ander nadeel is dat een springende hond of kat mogelijk toch de sensor activeert.
Een derde goede mogelijkheid is een aparte ruimte reserveren voor het huisdier. In deze ruimte hangen dan enkel magneetcontacten op alle deuren en ramen, waardoor een huisdier in die ruimte vrij rond kan bewegen. De (bij)keuken is hier vaak een geschikte plek voor. Hier staat namelijk ook vaak het eten en drinken van het huisdieren. alsmede een eventuele kattenbak. Wanneer hier wel een bewegingsmelder hangt, kan de installateur een 2e inschakelplan programmeren. Wanneer de huisdieren niet thuis blijven gaat alles aan, inclusief de bewegingssensor in die ruimte en wanneer het huisdier wel thuis blijf, dan zorgt een tweede inschakelplan voor een gehele inschakeling, op de bewegingssensor in die ruimte na.
Kattenluik
Een klein stukje over kattenluiken. Wij raden een kattenluik in een deur af. Een kattenluik is een grote opening in een afgesloten deur, waardoor inbrekers meer kans hebben om binnen te komen. Niet omdat zijn door het kattenluik kunne kruipen, deze is daar vaak te smal voor. Maar zij kunnen wel door het kattenluik het slot proberen te openen of forceren. Als er nog een sleutel in de binnenkant van het slot zit, is het helemaal een makkie.
Er zijn kattenluiken op de markt met een ‘slot’. Vaak een magneetje dat aan de halsband van de kat wordt bevestigd of een chip. De magneet is geen beveiliging en de chip is ook nauwelijks beveiligd en daarnaast is het kattenluik zelf zeer eenvoudig te forceren. Wij raden een kattenluik ten zeerste af, hoe handig het ook lijkt.